(10) Andreiko,A. (Andris) - Korchov,M. (Michael)
Kwalificatie Challenge Mondial USSR 1962 4e, 1962.07.01
1.31-26
19-23
2.35-30
Een buitengewoon zeldzame zet (140 op 8500). Het getuigt niet van veel eerbied voor de tegenstander. Spelers als Andreiko, Koeperman, Bergsma (zeer vaak) en zelfs Domchev hebben de opening regelmatig gespeeld. Je zou het de Bergsma-opening kunnen noemen. Er gaat enig verrassingseffect van uit. Een variatie op de Orthodoxe Roozenburg kan ontstaan. In die zin is het niet erg afwijkend van de 32-28 16-21 opening.
20-25!
Dit is vanzelfsprekend de enige serieuze voortzetting.
[ In de jaren 1955/1957 speelde Bergsma de opening een dozijn maal. Vrijwel iedereen antwoordde met
2...14-19
3.30-25
(3.40-35)
3...10-14
(3...19-24
4.25x14
10x19)
4.33-29
en wit heeft een aardige stelling. ]
3.33-29
14-19
[ Wanneer zwart de opening zou willen weerleggen, dan ligt de opbouw met
3...13-19
meer voor de hand.
A) Er kan dan volgen
4.40-35
8-13
( Na
4...14-20
5.30-24
19x30
6.35x24
komt wit indien nodig tot de oversteek 38-33-28.
) 5.37-31!?
(5.44-40)
5...2-8
( Ook
5...14-20
6.30-24
19x30
7.35x24
9-14
8.38-33
slaat niet door voor zwart.
) 6.38-33
en
14-20
is nooit gespeeld. Dat heeft iets te maken met het zetje
7.30-24
19x30
8.35x24
9-14?
9.24-19
13x24
10.26-21
17x28
11.33x2
24x33
12.39x19
14x23
en de computer maakt het remise met de zettenreeks
13.34-30
25x34
14.2-13
16-21
15.13-31
20-25
16.42-38
21-26
17.31-27
11-16
18.38-33
34-39
19.43x34
25-30
20.34x25
12-18
21.27x13
15-20
22.25x14
10x8
B) Evert Dollekamp heeft zes van de zeven partijen gespeeld en ging meerdere malen verder met
4.39-33!?
8-13
5.44-39
2-8
6.50-44
14-20
7.40-35
10-14
8.37-31
5-10
( of
8...20-24
9.29x20
15x24
10.33-29
24x33
11.38x29
5-10)
9.41-37
20-24
( Een heel ander idee is het nooit gespeelde
9...17-21!
10.26x17
12x21
en zwart heeft het moment om de opsluiting in te nemen, maar voor uitkiezen.
) 10.29x20
15x24
11.33-29
24x33
12.38x29
23-28
13.32x23
19x28
14.37-32
28x37
15.47-41
en de zwartspelers haalden uit drie partijen slechts een punt. Dat ligt niet aan de stand. Erg voor de hand liggend is het activeren van een stuk van de zwarte lange vleugel via
14-19
16.41x32
19-23
en zwart kan spelen tegen de overladen witte korte vleugel. ]
4.40-35
10-14
5.44-40
14-20
Een kenmerkende zet voor Korchov. Hij houdt niet zo van scherpe openingen.
[ Een voor de hand liggende zet is
5...17-22
6.50-44
(55 keer voorgekomen)
11-17
7.38-33
(7.37-31)
7...6-11
8.42-38
1-6
9.30-24
19x30
10.35x24
en er ontstaat een interessante flankspelpositie. ]
6.30-24
19x30
7.35x24
17-22
[ Niet overtuigend voor zwart is
7...9-14
8.38-33
]
8.50-44
11-17
Deze stand is via zettenwisselingen zelfs 31 keer voorgekomen.
[ Zwart kan de afwikkeling 38-33 22-28 in de stand houden met
8...5-10
en er is meerdere malen 36-31 en 37-31 gespeeld. Het is een beetje een raadsel, waarom wit hierna vier keer heeft gewonnen. Niemand deed de rustige opbouw 11-17 etc. ]
9.38-33
13-19
Ook vanuit deze stand is het de witspeler, die veelvuldig gewonnen heeft. De partijvoortzetting is slechts eenmaal gespeeld en creeert een gaatje in het zwarte centrum. In de partij blijkt dat goed opgevuld te kunnen worden.
[ Een voor de hand liggende voortzetting is
9...22-27
10.32x21
16x27
11.42-38
6-11
12.37-31
17-22
13.41-37
1-6
14.48-42
9-14
15.46-41
14-19
16.40-35
19x30
17.35x24
3-9
18.45-40
5-10
( Een gezond plan is
18...13-19!
19.24x13
8x19
20.40-35
9-13
en volgens Gantwarg komt wit nergens meer met de aanval over veld 32. Dat zit hem in het open veld 17. Speelbaar is
21.38-32
27x38
22.43x32
2-8
23.32-28
23x32
24.37x17
11x22
en zwart staat wat gemakkelijker.
) 19.33-28
22x33
(19...23x32
20.37x17
11x22
21.24-19
13x33
22.39x17
12x21
23.31x13
9x18
24.26x17=)
20.39x19
18-23
21.31x22
23x14
22.43-39
en wit staat alleszins redelijk. ]
10.24x13
8x19
11.42-38
9-13
12.37-31?
Wit kiest voor een langzaam plan.
[ Logischer is
12.32-28!
23x32
13.37x28
en wit kan na de herroepering 20-24x14 al het overtollig materiaal van de lange vleugel richting het centrum ontwikkelen. Alshet een hekstelling moet zijn, dan kan dat ook wat efficiënter dan in de partij. ]
12...3-8
13.48-42
5-10
14.41-37
6-11
15.46-41
1-6
16.40-35
Wit speelt het laatste tempo.
[ Ook hier is
16.32-28
23x32
17.37x28
een logische zet. Na
20-24
18.29x20
25x14
19.41-37
19-23
20.28x19
14x23
is wit minder sterk in het centrum als een paar zetten eerder. ]
16...20-24
17.29x20
25x14
18.32-28
23x32
19.38x27!?
Wit kiest voor de overgang naar een hekstelling. Door de open velden 48 en 50 is dat een beetje ongemakkelijk. Maar het is moeilijk een beter plan te vinden.
[ Na
19.37x28
heeft zwart diverse goede voortzettingen. Een mooie zet is
16-21
( Op
19...19-23
20.28x19
14x23
21.33-28
22x33
22.39x19
13x24
23.34-30
is zwart niet blij. De korte vleugel is overladen, terwijl er bijna niets in het centrum stat.
) 20.41-37
21-27
met flankspel. Wit kan iets proberen tegen de valse staart met
21.34-29
19-23
22.28x19
14x34
23.39x30
18-23
en zwart heeft vrijheid in het centrum. Het erlangs brengen van het overtollige materiaal op 42 en 47 oogt als een lastige klus. Zwart dreigt binnenkort met 13-19 en 17-21x41 of met de klem op het centrum (23-28). Hij staat bijgevolg goed tot gewonnen. ]
19...19-23
20.35-30
Door de gaatjes op 48 en 50 komt de ruil 34-29x30 eigenlijk nooit in aanmerking. De ideaal opstelling van Gantwarg met 37-32 en 41-37 vereist het wegwerken van schijf 33 (en of 23).
14-19
21.30-24!?
Overplay. Wit haalt de dubbele ruil 17-21x21 eruit. Je kunt je afvragen of dat hier de moeite waard is. Na de ruil heeft wit goed spel.
[ Een alleszins redelijk verloop voor wit is
21.42-38
A) Zwart heeft nu weing aan de twee om twee
21...17-21
22.26x28
23x21
23.37-32
21-26
24.41-37
en wit heeft wat virtueel tempovoordeel gebaseerd op de passieve schijf 26.
B) of eerst
21...10-14
B1) 22.33-29!?
17-21
23.26x28
23x21
en wit moet behoedzaam opbouwen. Immers
24.37-32!?
( Niet erg bevredigend is
24.31-27
21x32
25.37x28
4-9)
kan beantwoord worden met het verrassende
24...14-20!
25.30-24?
19x30
26.34x14
13-19
27.14x23
21-27
28.31x13
8x46
B2) Wel goed is
22.44-40?!
B2a) Wederom is de twee om twee
22...17-21
23.26x28
23x21
24.37-32
21-26
25.41-37
beter voor wit.
B2b) Een grappige afwikkeling is
22...23-29
23.34x23
( Na
23.33x24
18-23
24.27x20
4-10
25.24x13
15x42
26.47x38
8x19
heeft zwart nog iets wat je een centrum zou kunnen noemen.
) 23...18x29
24.27x20
15x44
25.33x13
44x42
26.47x38
8x19
en de zwarte korte vleugel doet niet meer mee. ]
21...19x30
22.34x25
23-28?!
Deze inval mag wat Gantwarg betreft alleen als het wint resp. nodig is.
[ Na
22...10-14
kan wit met
23.33-29
23x34
24.39x30
gevolgd door 37-32, 42-38 en 41-37 zijn ontwikkeling voltooien. Er ontstaat dan een hekstelling met perspectieven voor wit. ]
23.42-38
13-19
24.44-40
[ Het bezwaar van de inval op 28 is meestal de breekactie
24.38-32
nu of enkele zetten later. Na
10-14
25.32x23
18x38
26.43x32
15-20
27.27x18
12x23
heeft zwart een relatief sterk centrum. De herroepering
28.32-27
20-24
29.47-42
7-12
30.27-22
17x28
31.26-21
16x27
32.31x33
verandert weinig aan deze situatie. ]
24...19-24
25.40-34
8-13
26.47-42!?
Wit verbrandt alle schepen achter zich.
[ Wederom is de breekactie
26.38-32
4-9
27.32x23
18x38
28.27x18
12x23
29.43x32
10-14
wat bedenkelijk voor wit. ]
[ Je kunt hem voorbereiden met
26.25-20
24-30
27.34x25
15x24
28.38-32
4-9
29.32x23
18x38
30.43x32
10-14
31.27x18
12x23
en wederom heeft wit een kromme lange vleugel. ]
[ De afwikkeling
26.45-40
28-32
27.37x28
16-21
28.27x16
24-29
29.34x23
18x29
30.33x24
22x35
is erg goed voor zwart. ]
26...10-14
27.34-29
4-9
28.29x20
15x24
29.49-44
2-8
30.45-40
14-19
31.40-34
19-23
32.33-29
24x33
33.38x29
en de partij werdremise gegeven. Zwart staat goed tot gewonnen. Hier kan hij met17-21x32 gewoon een stuk winnen. Maar op dit moment in de wedstrijdwas al duidelijk, dat Korchov de match ging winnen. Hij meende geenoverwinning op Andreiko meer nodig te hebben voor uitzending naar hetwereldkampioenschap samen met Koeperman. Het was dan ook een enormeverrassing voor hem, dat hij gepasseerd werd. Het had iets te makenmet een slechte relatie tussen hem en Koeperman. De wereldkampioenhad in die tijd kennelijk de macht zijn vijanden te breidelen of hethad inderdaad iets te maken met het passive, weinig indrukwekkendespel van de zwartspeler in de opening.
1-1