(4) Andreiko,A. (Andris) - Korchov,M. (Michael)
Kwalificatie Challenge Mondial USSR 1962 2e, 1962.07.01
1.33-29
19-24
Korchow, die na de match het recht claimde om Koeperman te vergezellen naar het wereldkampioenschap, kent zijn plaats. Voortdurend zie je hem kiezen voor passieve opstellingen tegen sterker geachte spelers als Andreiko.
2.39-33
14-19
3.32-28
De zwarte opening staat te boek als erg passief. Maar het valt mee blijkt in de praktijk. De twee tempi, die wit gaat winnen, dwingen hem steeds de eerste beslissingen te nemen. Ook kan zwart de tempi gemakkelijk terugpakken.
[ Een ander idee is
3.44-39
en de meeste zwartspelers doen eveneens 20-25x14. Wit staat dan nog niet op 28. Na
19-23
4.32-28
23x32
5.37x28
17-22
6.28x17
11x22
(6...12x21)
7.38-32
ontstaat een dynamische positie. Aanmerkelijk interessanter voor wit, dan het partijverloop. ]
3...20-25
4.29x20
25x14
5.37-32
18-23
Alle speelbare zetten in deze stand zijn gespeeld. Dit is een alleszins logische zet. De ontwikkeling van de wederzijdse lange vleugels is vergelijkbaar. Zwart staat een paar tempi naar achteren. Dan is klassiek een prettig systeem. De enige maar van deze zet is de oversteek van schijf 35 naar 25.
[ Via eerst
5...15-20
en daarna pas een keertje 18-23 kan zwart een klassieke stelling proberen te bereiken zonder lastig gevallen te worden door de oversteek 35-30-25. ]
6.44-39
[ De oversteek
6.35-30
valt te overwegen. Echter na
17-22
7.28x17
11x22
is het rendement ervan gering. ]
6...12-18
7.41-37
Dit geeft zwart de oversteek van schijf 16 naar 26.
[ Voor de hand ligt
7.35-30
]
7...17-21
[ In die tijd hechtten de spelers minder aan de oversteek
7...16-21!
en wit moet zijn tegenstander toelaten op veld 26, want
8.31-26!?
geeft zwart de hergroepering
17-22!
9.26x17
22-27
10.32x21
23x41
11.46x37
11x22
12.37-32
7-12
en wit zal schijf door moeten schuiven naar veld 16. De achterloop
13.32-28!?
heeft last van de reactie
19-23!
met duidelijk voordeel voor zwart. ]
8.31-27
21-26
[ De zet
8...14-20
om de oversteek 35-30 tegen te houden is hier nooit gespeeld. ]
9.34-30
Wit berust in een gesloten symmetrische klassieke stelling. Hier had hij de laatste kans de oversteek 3530-25 te realiseren met een dynamische stand.
15-20
10.30-25
20-24
11.40-34
7-12
12.45-40
11-17
13.50-45
17-22!?
Niet een erg consequente voortzetting. Hij geeft zomaar twee tempi terug.
[ De normale voortzetting is
13...10-15
en wit moet belangrijke keuzes maken. Dat zal waarschijnlijk 37-31x31 zijn. Wit komt daarmee zes tempi naar voren. Tegen een speler als Andreiko is dat wellicht een beetje griezelig. Het formeren van het oostblok met 34-30 en 39-34 lijkt weinig effectief. De grote ruil
14.34-29
23x34
15.40x20
15x24
16.27-22
18x27
17.32x21
16x27
18.37-31
26x37
19.42x11
6x17
20.28-23
19x28
21.33x11
1-6
is niets voor wit. ]
14.28x17
12x21
15.33-28
24-30
Deze merkwaardige manoeuvre zie je weinig. Het komt wel eens voor dat hij nodig is. Hier is dat niet het geval. Zwart krijgt er een buitengewoon passieve positie door. Wellicht droomt hij ervan iets te kunnen bereiken tegen de witte lange vleugel. Opmerkelijk genoeg blijkt het in de partij te gaan om de ontwikkeling van de witte korte vleugel.
16.35x24
19x30
17.28x19
14x23
18.38-33
6-11
Een zet ogenschijnlijk zonder enige bedoeling(?) Wellicht wil zwart schijf 30 uitwisselen tegen 27.
[ Een normale zet is
18...10-14
en zwart houdt een stand, waarin de ontwikkeling van de witte stelling een probleem kan worden. Ik vind daarna
19.34-29
23x34
20.40x29
voor de hand liggen. Er ontstaat dan een half open klassieke stelling met een weggeslagen zwart centrum. Wanneer zwart erin slaagt weer een klassiek centrum te vestigen, staat hij redelijk, vanwege de ontwikkel problemen op de witte lange vleugel. ]
19.25-20!?
Dit blijkt een verschrikkelijke slechte zet.
[ Een interessante voortzetting is
19.33-29
30-35
20.39-33
35x44
21.49x40
met half open klassiek. ]
[ Een normaal verloop geeft
19.34-29
23x34
20.40x29
30-35
( De poging tot uitwisseling van schijf 30 tegen 27 via
20...11-17
21.25x34
17-22
komt nergens.
) 21.43-38
11-17
22.49-44
17-22
23.46-41
22x31
24.36x27
18-23
25.29x18
13x31
26.41-36
21-27
27.32x21
16x27
28.37-32
9-13
29.32x21
26x17
30.36x27
en schijf 35 is gefixeerd in een al weer redelijk gedunde stelling. ]
19...30-35
[ De uitwisseling
19...10-15
20.34x25
15x24
21.39-34
is wat bewaarlijk voor zwart. Want
5-10
houdt hij het alleen maar materieelgezien gelijk. ]
20.49-44
Wit wil het stuk op 35 op het bord houden. Maar dit exemplaar hindert de witte opbouw dusdanig in de opbouw, dat je je kunt afgrvagen of het wel de moeite waard is.
[ Na
20.20-15
35x44
21.39x50
ontstaat randschijvenspel, waarin alles draait om het steunpunt 27. Als dat moet wijken, staat zwart goed. Het plan met aanval over veld 22 lijkt onstuitbaar. De partijafwikkeling met 23-28 daarentegen is veel minder erg voor wit, doordat de korte vleugel reeds uit de knoop is gehaald. ]
20...23-28?!
Dit lijkt een minder actieve zet. Zwart verlost zijn tegenstander immers van een van de belangrijkste problemen. Toch blijkt het in de partij een fantanstisch goede voortzetting. Dat zit hem vooral in de witte problemen aan de korte vleugel. De zwarte 'direction' is veel beter. Dit later door Gantwarg regelmatig behandelde thema van de masterclass doet zich hier nu voor lang voor het strategisch thema bekend werd.
[ Voor de hand ligt ook de herhaalde aanval over veld 22 via
20...11-17
21.20-15
17-22
(Er zit niets in met 34-30 o.d.)
22.46-41
22x31
23.36x27
1-7
]
21.32x12
21x41
22.46x37
8x17
23.20-15
10-14
24.43-38
14-19
25.34-29
5-10
26.40-34
10-14
27.45-40
16-21
28.29-24
De witte direction is zeer magertjes. Via deze ruil activeert hij materiaal van de korte vleugel in ruil voor een passieve schijf op 25.
[ Na
28.38-32
17-22
ligt de opstoot naar 23 niet echt voor de hand. Zwart heeft daarna immers enorm druk tegen de witte voorpost. ]
[ Ook op
28.33-28
1-6
29.37-31
26x37
30.42x31
21-26
31.47-42
26x37
32.42x31
17-22
33.28x17
11x22
laat de direction van de witte stand te wensen over. ]
28...19x30
29.34x25
1-6
30.40-34
13-18
31.38-32
9-13
32.42-38
17-22
33.47-42
2-7
34.34-29
[ Na
34.33-28
22x33
35.39x28
gaat het om
21-27
( Niet
35...18-22?
36.28x17
11x22??
vanwege
37.34-30!
35x24
38.32-28
22x33
39.38x18)
36.32x21
26x17
]
34...21-27?
Dit geeft wit de controle terug aan de lange vleugel.
[ Een normale voortzetting is
34...11-16
en wit is binnen enkele zetten uitgespeeld als hij geen 32-28 wil spelen. Na
35.32-28
7-11
36.28x17
11x22
37.38-32
21-27
38.32x21
16x27
handhaaft zwart zijn aanval moeiteloos. ]
35.32x21
26x17
36.38-32
17-21
37.42-38
21-26
38.48-42
7-12
39.32-28
12-17
[ Na
39...3-8
40.28x17
12x21
41.39-34
dreigt de zwarte lange vleugel opgerold te worden. Op
14-19
gebeurt dat door
42.15-10
4x15
43.25-20
15x24
44.29x20
]
40.37-31!?
Wit wikkelt af naar remise.
[ Via
40.38-32!
kan hij zich met normale middelen handhaven. In de resulterende positie heeft wit de overhand in het centrum. Bv
17-21
41.28x17
11x22
42.32-28
3-9
43.28x17
21x12
44.33-28
]
40...26x48
41.38-32
48x23
42.28x10
18-23?
Een verschrikkelijk slechte zet. Hierna wordt afgewikkeld naar vijf om vijf, waarin wit enorm terreinvoordeel heeft.
[ Een probleemloze remise geeft
42...17-21!
43.25-20
( Remise is
43.10-5
21-27
44.32x21
18-23
45.5x17
11x22
46.36-31
13-19
47.33-29)
43...13-19
en het is de witspeler, die wellicht wat paniekerig gaat worden. Immers
44.10-5?
faalt op een soort Turkse slag via
35-40!
45.5x27
40x49
en de witte dam kan nergens naartoe. ]
43.10-5
22-27
44.32x12
11-17
45.5x11
6x8
46.33-28
13-19
47.25-20
8-13
48.28-22
[ Remise is
48.20-14
19x10
49.28-22
13-19
50.22-17
19-23
51.17-11
23-28
]
48...19-23
[ Remise is ook
48...3-8
49.20-14
19x10
50.22-17
13-19
51.17-11
19-24
52.11-6
24-29
53.6-1
29-33
54.1-45
8-12
55.45x1
33-38
]
49.20-14
23-29
50.14-10
29-34
51.10-5
34-40
52.44-39
40-45
53.5-23
[ Ook remise is
53.5-28
13-18
54.22x13
45-50
55.28-33
50-45
]
53...35-40
54.23-28
13-18
55.22x13
45-50
56.28-33
40-44
57.33-47
44x33
58.47x29
50-22
59.29-18
22-11
1-1