(5) Korchov,M. (Michael) - Shchegolev,V. (Viacheslav)
Kwalificatie Challenge Mondial USSR 1962 2e, 1962.07.01
1.32-28
16-21
De zwartspeler moet winnen na de nederlaag in de eerste partij.
2.31-26
18-22
3.37-32
11-16
4.41-37
7-11
5.34-29
Dit is de hoofdvariant van de 32-28 16-21 opening.
[ Sijbrands noemde vijftig jaar geleden de variant
5.46-41
1-7
6.34-29
20-24
7.29x20
15x24
8.40-34
21-27
9.32x21
16x27
10.37-31
13-18
11.42-37
9-13
12.37-32
11-16
13.32x21
16x27
14.48-42
7-11
15.41-37
11-16
16.37-32
6-11
17.32x21
16x27
18.47-41
2-7
19.34-30
(19.41-37?
27-32!
20.38x27
24-29)
19...4-9
20.30-25
(20.41-37?
18-23!
21.37-32
24-29!)
20...18-23
21.45-40
23x32
22.33-29
24x33
23.39x37
19-23
24.43-39
A) 24...23-28
25.39-33
28x39
26.44x33
22-28
27.31x22
28x39
28.49-44
17x28
29.44x22
12-17
en wit staat wat gemakkelijker.
B) Later is de mogelijkheid
24...13-19
25.37-32?
(25.39-33=)
25...9-13!
26.32x21
14-20
27.25x14
23-28
28.14x32
22-27
29.31x22
17x46
ontdekt. ]
5...1-7
[ Tijdens de revanchematch Koeperman - Shchegolev werd de zwartspeler overspeelt via
5...19-24!?
6.40-34
14-19
7.37-31
21-27
8.32x21
16x27
9.46-41
1-7
10.42-37
11-16
11.48-42
7-11
12.45-40
20-25
13.29x20
25x14
14.34-29
19-24
15.29x20
15x24
16.40-34
( Later is er een partij de Witte Krajenbrink geweest, waarin zwart won na
16.37-32
16-21
17.39-34
14-19
18.41-37
10-14
19.43-39
12-18
20.34-29
5-10
21.29x20
14x25
22.28-23
18x29
23.33x24
19x30
24.35x24
en het moge duidelijk zijn, dat dit niet aan de huidige witte stand ligt.
) 16...14-19
17.37-32
16-21
18.41-37
13-18
19.50-45
10-15
20.44-40
9-13
21.34-29
3-9
22.29x20
15x24
23.39-34
5-10
24.49-44
10-15
25.43-39
9-14
26.34-29
4-9
27.29x20
15x24
28.39-34
2-7
29.34-29
18-23
30.29x20
14x25
31.40-34
12-18
32.44-40
8-12
33.47-41
]
6.40-34
[ Met
6.46-41
kun je aansturen op een Orthodoxe Roozenburg. ]
[ Met
6.39-34
kun je aansturen op een van de variaties van Trampoline. ]
6...19-24
Dit was in die tijd geen abnormale reactie in een Roozenburg. Het is 25 keer gespeeld op 750. Zwart geeft twee tempi om daarna wel in te gaan op een vorm van de Roozenburg.
[ Vrijwel iedereen doet hier tegenwoordig
6...13-18
met flankspel. Gantwarg heeft menig leerling van hem de trampoline laten zien vanuit deze opening. ]
7.37-31
14-19
[ De enige serieuze winstkans in deze stand is
7...21-27
8.32x21
16x27
A) en het schema van Koeperman
9.46-41
14-19
10.42-37
etc. ligt voor de hand. Zwart is dan te laat met
20-25
11.29x20
25x14
12.47-42
13-18?
( Ook een variant als
12...19-23
13.28x19
14x23
14.37-32
11-16
15.32x21
16x27
16.41-37
7-11
17.37-32
11-16
18.32x21
16x27
19.34-29
23x34
20.39x30
is met twee tempi minder voor zwart dan normaal een beetje magertjes.
) 13.37-32
11-16
14.32x21
16x27
15.41-37
6-11
16.37-32
11-16
17.32x21
16x27
18.26-21
17x37
19.28x17
12x21
20.42x24
B) De meeste witspelers gingen verder met
9.45-40
en op
14-19
heeft wit o.a. de afwikkeling
B1) 10.35-30
24x35
11.28-23
19x28
12.29-24
20x29
13.34x21
met wat gemakkelijker spel.
B2) Na
10.46-41
20-25
11.29x20
25x14
12.42-37
13-18
13.37-32
11-16
14.32x21
16x27
15.41-37
6-11
16.37-32
11-16
17.32x21
16x27
is de afwikkeling
B2a) 18.26-21
17x37
19.28x17
12x21
20.38-32
27x29
21.34x1
37-41
geen vetpot voor wit.
B2b) Nodig is
18.50-45
en zwart zwart heeft op elk gewenst ogenblik de achterloop 18-23. Het ligt evenwel voor de hand om te wachten met
9-13
19.47-42
19-24
met een echte Roozenburg.
( Niet goed is
19...18-23
20.33-29
22x24
21.31x11
7x16
22.34-29)
De afwikkeling
20.42-37!?
24-29
21.34x23
18x29
22.33x24
22x42
23.31x11
42x31
24.36x27
7x16
afdwingen ligt niet erg voor de hand. ]
8.31-27
22x31
9.36x27
In die tijd was nog niet bekend, dat de korte vleugel opsluiting onder deze omstandigheden weinig kansrijk is. Zwart kan te gemakkelijk via bezetting van veld 18 gevolgd door 17-22 de stand verbreken. Als resultaat krijgt hij wat tempi, waardoor hij in de resulterende dynamische positie kansen krijgt.
[ De hergroepering
9.26x37
kost minder tempi en geeft wit een mooi centrum. ]
9...20-25
[ Zwart kan een gegarandeerde bevrijding realiseren met
9...13-18
later op een geschikt ogenblik gevolgd door 17-22. ]
10.29x20
25x14
11.44-40
[ Na
11.42-37?!
A) kan zwart zich bevrijden met de opmerkelijke manoeuvre
11...17-22!?
12.27x18
12x23
13.26x17
11x22
14.28x17
7-12
maar er ontstaat een klassieke positie, die nauwelijks slecht kan zijn voor wit.
B) De zet
11...13-18
is speelbaar. Echter de droge reactie
12.27-22
( Natuurlijk niet
12.28-22?
17x28
13.33x24
14-20!
14.26x17
11x33
15.39x28
20x40
16.45x34)
12...18x27
13.28-23
19x28
14.33x31
resulteert in een echte korte vleugel opsluiting, waarin wit goede kansen heeft. ]
[ Het verloop
11.46-41
13-18
12.41-37
17-22
13.26x17
22x31
14.37x26
11x22
15.28x17
12x21
16.26x17
7-12
geeft zwart controle aan de korte vleugel, terwijl hij relatief sterk is op de andere vleugel, waar wit gedwongen is te spelen. ]
11...12-18
[ Voor de afwikkeling met 17-22 is de opstelling
11...13-18
beter. ]
12.46-41
18-22?!
Deze manoeuvre zie je vaker bij Russische spelers. Op kunstmatige wijze weten ze aldus iets te bereiken wat je een Roozenburg zou kunnen noemen. Doordat schijf 36 opgelost is, heeft wit echter een ideale positie bereikt om te spelen tegen de overladen zwarte korte vleugel. Echter andere opties zijn niet beter.
[ Nu of later de afwikkeling
12...17-22
geeft zwart (soms) een dynamische positie. Het bezwaar van direct 17-22 is enrzijds, dat wit heel droog kan slaan via
13.28x17
( Anderzijds is de slag
13.26x17
22x31
14.41-37!
11x22
15.28x17!
7-11
16.37x26
11x22
erg goed voor wit, omdat zwart nu niet eindigt met een stuk op 21.
) 13...11x31
14.26x37
waardoor de schade beperkt blijft. Hij heeft nu immers een mooie concentratie in het centrum. Omdat hij relatief sterk is op de lange vleugel, is hij niet gebonden aan uitsluitend spelen op de eigen korte vleugel. ]
13.27x18
13x22
14.34-29
Wit doet voorlopig niets om de situatie links uit te laten kristaliseren en speelt wat 'nuttige' zetten op de korte vleugel.
[ Via
14.41-37
kan wit de Springeruitval aan de orde stellen. Dat is gezien de efficiënte opstelling aan de lange vleugel beste een probleem voor zwart.
A) Na
14...19-24
om de opstoot eruit te halen gaat wit verder met
15.50-44
gevolgd door druk tegen schijf 24.
B) Voor de hand ligt
14...7-12
15.28-23!
( Het andere idee is de opbouw met
15.34-30
om op een wat 'rustiger' wijze te spelen tegen de zwarte korte vleugel. Dat blijkt niet goed te lukken getuige
21-27
16.32x21
16x27
en de dreiging 19-24 speel wit parten. Na
17.30-24
19x30
18.35x24
14-20
19.50-44
20x29
20.33x24
22x33
21.39x28
heeft zwart geen problemen meer.
; Op
15.50-44
is de opstoot
21-27
16.32x21
16x27
redelijk voor zwart. De witte schijf 28 geeft de zwarte korte vleugel 'support'.
) 15...19x28
16.32x23
9-13
17.34-29
13-18
18.40-34
en als wit het stuk op 23 de rest van de partij weet te handhaven, dan staat hij erg goed. ]
14...14-20
15.40-34
19-24
Zwart neemt voor de tweede maal een halve hekstelling in. Een nogal afwachtende strategie. Het zet de witspeler aan het werk. Maar zolang deze beschikt over de achterloop over veld 30 zijn diens problemen beperkt.
16.50-44
9-13
17.44-40
4-9
18.34-30
7-12
19.30x19
13x24
20.39-34
12-18
Zwart probeert via wachten tot iets te komen, dat zijn zwakke vleugels 'zin' geeft.
[ In aanmerking komt
20...21-27!?
21.32x21
16x27
en wit heeft diverse plannen. Naast de oversteek 41-36 gevolgd door 42-37-31 kan hij kijken naar de effecten van het uitspelen van de 'laatste' tempi 43-39 en 48-43. Op elk moment kan wit afhaken met de ruil 38-32x32. Hij wint dan veel tempi, terwijl de tegenstander nog steeds weinig bewegingsvijrheid heeft. ]
21.41-36
8-12
22.42-37
9-13
23.37-31
2-8
24.43-39
3-9
25.31-27!?
Andermaal neemt wit de opsluiting in. Aangezien hij daarna eigenlijk nauwelijks verweer heeft tegen de bevrijding 17-22 is dat wat jammerlijk.
[ Een ander idee is
25.47-42
20-25
( De opstoot
25...21-27
26.32x21
16x27
komt in aanmerking. Het gaat dan om de afloop van het avontuur
27.48-43
10-14
28.42-37
11-16
29.28-23
5-10
30.34-30
27-32
en zwart staat bevredigend.
) 26.29x20
15x24
27.49-44
10-15
]
25...22x31
26.36x27
20-25
Andermaal gaat zwart terug. Dat is een juiste beslissing.
[ De afwikkeling
26...17-22
27.26x17
22x31
28.49-44
11x22
29.28x17
12x21
30.35-30
24x35
31.29-24
20x29
32.34x14
10x19
wordt door de computer gezien als zeer voordelig voor wit. Maar vermoedelijk is dat gezichtsbedrog. Immers wit staat ontzettend ver naar achteren. Alleen als hij erin slaagt zich los te vechten in het centrum ontstaan er kansen. ]
27.29x20
25x14
28.34-29!?
Veel te langzaam.
[ Wit kan de komende bevrijding eruit halen met
28.28-23?!
18x29
29.34x23
13-18
( De reactie
29...13-19
30.33-28
8-13
31.27-22
is rampzalig voor zwart.
) 30.49-43
18x29
31.33x24
12-18
en wit moet iets doen tegen de dreiging 18-23-28. De computer komt met de uitwisseling
32.39-33
14-20
33.33-28
20x29
34.28-23
8-13
35.23x34
en wit staat zeer goed. Een belangrijke wending in dit soort standen is, dat zwart niet zomaar op veld 23 kan gaan staan, vanwege de wending (18-23) 32-28 en 27-22. Hier is het nog niet veel, maar zodra veld 9 opengaat slaat wit het bord leeg. ]
28...17-22!
Dit doet de stand kantelen.
29.28x17
11x31
30.26x37
14-20
31.35-30
20-24
32.30x19
13x24
33.29x20
15x24
34.39-34
10-14!?
Er is een half open klassieke positie ontstaan. Zwart staat vier tempi naar voren. Als hij punt 24 weet te handhaven staat hij goed.
[ Na
34...6-11
35.37-31!
ontstaat een gesloten klassieke positie. Dat is niet prettig voor zwart. ]
[ Een idee is
34...8-13
A) Na
35.33-28
6-11
heeft zwart controle over veld 22 resp. 27.
B) Lastig is de stormloop
35.34-29
10-15
36.29x20
15x24
37.40-34
5-10
38.45-40
6-11
( Na
38...13-19
volgt
39.33-28
met dreigingen resp. gesloten klassiek.
) 39.34-29
en zwart kan het steunpunt 24 niet handhaven, vanwege
10-15
40.29x20
15x24
41.40-34
18-23
42.37-31
met gesloten klassiek en het verkeerde tempo. ]
35.40-35
[
35.34-29
]
35...5-10
36.34-29
6-11
Zwart laat naar de kant slaan. Met twee vleugel controle zijn de kenmerkende tempoproblemen van gesloten klassiek wat minder een probleem.
[ Na
36...10-15
37.29x20
15x24
38.45-40
18-23
39.37-31
ontstaat gesloten klassiek. Dat is gezien de fungerende tempoverhoudingen wat bedenkelijk voor zwart. ]
37.29x20
14x25
38.49-44
8-13
39.32-28
13-19
40.33-29
19-24
41.29x20
25x14
42.38-33
11-17
43.44-39
18-22
44.35-30
21-27
45.39-34
9-13
46.30-24
27-32
47.28-23
32x41
48.47x36
16-21
49.48-42
13-19
50.24x13
12-18
51.23x12
17x19
52.45-40
21-27
53.34-29
14-20
54.42-37
10-15
55.37-32
27x38
56.33x42
22-27
57.42-37
20-25
58.29-24
19x30
59.40-35
30-34
60.35-30
15-20
61.30x39
25-30
62.37-31
27-32
63.31-26
32-37
64.26-21
37-42
65.21-17
42-48
66.39-34
30x39
67.17-12
48-43
68.12-7
1-1