DEN HAAG. — Aan de malaise in de tweekamp om de wereldtitel dammen schijnt na de gisteren gespeelde tiende partij definitief ’n einde te zijn gekomen. Zo was het de qua tijdsduur langste partij tot nog toe: voor de 50 wederzijds gedane zetten hadden Andreiko en ik vrijwel alle beschikbare tijd (in totaal vier uur) geconsumeerd. Maar wat belangrijker was: de tiende partij behoorde ongetwijfeld tot de spannendste van de tot nu toe gespeelde partijen. Al op de eerste zet kwam Andreiko (evenals in de negende partij overigens) met een verrassing: hij opende met 1. 34-30. Na mijn antwoord 18-22 probeerde hij de zwarte rechtervleugel in een hekstelling te nemen. Erg consequent deed hij dat overigens niet, want al met zijn derde zet bood hij vereenvoudiging aan, die hem een randschijf op 26 liet.
Het speltype dat daarna ontstond, vertoonde enige overeenkomst met dat uit de negende partij, hoewel het in die partij nooit werkelijk spannend werd. Dat was gisteren echter wel het geval: met mijn 15e zet gaf ik Andreiko de gelegenheid tot een scherpe uitval, en toen de oud-wereldkampioen de toegeworpen handschoen opnam, zal er stellig in de analyseruimte, waar Harm Wiersma de aanwezigen iedere dag op groot-meesterlijke wijze van commentaar voorziet, enige beroering ontstaan zijn. Plotseling had Andreiko enige verrassende dam-dreigingen in de stelling gevlochten, en velen zullen op dat moment voor mijn leven gevreesd hebben. Maar ik bleek me in mijn berekeningen gelukkig niet vergist te hebben, en de combinatie naar dam, die ik met mijn 17e zet mogelijk maakte, zou inderdaad in schijfverlies voor wit geresulteerd hebben.
Andreiko verviel niet in zijn fout uit de tweede partij (hij voerde toen een combinatie uit die hem ogenblikkelijk op schijfverlies kwam te staan) en vond de sterkste voortzetting. Daarna vervlakte de stelling weer enigszins, en ik nam de gelegenheid te baat remise aan te bieden, enerzijds uit een aangeboren gemakzucht, anderzijds omdat iedere puntendeling weer meegenomen is. (En wat het publiek betreft: ook dat zou niet te klagen gehad hebben, want er was op dat moment al ongeveer twee en e een half uur gespeeld, en men had zojuist een bloedstollend moment achter de rug.
Andreiko weigerde echter daarmee te kennen gevend op winst te spelen. Met zijn 32e zet startte hij een omsingelingsmanoeuvre, die hem in sommige varianten inderdaad kansen zou hebben gegeven, maar bij goed tegenspel slechts onnodige sores. Die kreeg Andreiko dan ook in hevige mate, want rond de 40e zet leek zijn positie nauwelijks houdbaar. In tijdnood miste ik echter de scherpste (naar achteraf zou blijken winnende) voortzetting, en moest na de 50e zet in een op dat moment teleurstellende puntendeling berusten.
Maar geen nood. De stand is momenteel 11-9 en de perspectieven zijn nog steeds uitstekend, al was 12-8 natuurlijk een comfortabeler uitgangsstelling voor de laatste tien partijen geweest. Vandaag mogen de spelers van de emoties bekomen, morgen vangt om half vier in het Nederlands Congresgebouw in Den Haag de elfde partij aan.
DEN HAAG - Na de teleurstellende vlotte remises in de zevende en achtste partij van de tweekamp om de wereldtitel dammen, worden de partijen met de dag interessanter. Zo was de negende partij op zich reeds een verademing vergeleken bij de daaraan voorafgaande duels. De tiende partij bracht ongekende spanningen, met een tegen het einde door mij gemiste voort- zetting, die algemeen als winnend beschouwd werd.
Later bleek dat Andreiko echter toch nog over een remisegevende verdediging zou hebben beschikt, en dat plaatst de in sommige dagbladen gedane bewering, als zou ik op de 43e zet „afschuwelijk misgegrepen” hebben, wel in een bijzonder merkwaardig daglicht.
De woensdag gespeelde elfde partij overtrof echter alle daarvoor gespeelde partijen in zowel spanning als techniek. In de opening liet Andreiko zich vrijwillig aan de linkervleugel opsluiten. Door een iets minder scherpe voortzetting van mijn kant slaagde de oud-wereldkampioen erin deze vleugel tot normale ontplooiing te brengen. Daarna ontstond er een klassiek-achtig spelgenre, waarin Andreiko over een flinke voorsprong in ontwikkeling beschkte, maar geen mogelijkheden had van deze ontwikkelings- voorsptrong te profiteren door het spel bijvoorbeeld open te houden.
Integendeel, het spel nam een gesloten karakter aan en toen duidelijk werd dat zwart ook niet van de gelijktijdige bezetting van het randveld 26 en het centrum veld 28 kon profiteren (eigenlijk betrof het een conceptie van de Leidenaar Bronstring, die ik hier met succes toepaste), besloot Andreiko met een ruil naar veld 45 de stellingen enigzins te vereenvoudigen.
Het bleef niettemin spannend en rond de 40e zet nam de druk op de zwarte stelling zienderogen toe. Het is in deze fase geweest dat ik (naar alle waarschijnlijkheid, want met dammen sta je steeds weer voor nieuwe verrassingen) een winstgang van ongeveer 28 zetten diep gemist heb, met onder andere vangen opsluitmotieven, kortom al het fraais dat dammen zo aantrekklijk maakt.
Toen ik het echter fout deed, leek ik zelfs nog in moeilijkheden te komen, maar dat was bij nadere bestudering slechts schijn. Andreiko bood dan ook op de 53e zet remise aan. Een schitterende party, al zeg ik het zelf. De stand in de match is nu 12-10. Vandaag begint om half vier in het Nederlands Congresgebouw te Den Haag de twaalfde partij.
За чашечкой чая студент должен говорить о субстанциональном характере платоновской идеи, чтобы соединить нашу жизнь с прекрасным и мудрым.(Рыбников Ю.А.)
Что важнее, Луна или Солнце?(Рыбников Ю.А.)
Человеку нужно не нажраться/напиться — упокоить тело.(Рыбников Ю.А.)
Да кто же мы тут такие, личности или пауки в банке?(Рыбников Ю.А.)
Молодой человек, вы спите. Может, и не спите, но дыхание у вас спящее.(Рыбников Ю.А.)
О! Великолепное определение получилось! Ничего не понятно, но в то же время слова какие-то умные звучат…(Масленников И.О.)