(1) Yatsenko,A - Jeroen,van den Akker
Andreiko Memorial, 08-06-2002

1.32-28 17-21 2.34-29 21-26 3.40-34 16-21 4.45-40 20-25 5.50-45 12-17 6.37-32 26x37 7.42x31 21-26 Dit openingsschema werd populair door twee zwartpartljen van Sijbrands tegen Hisard en Cazemier in 1970. 8.47-42
[ De Fransman en de Zwitser vervolgden met 8.41-37 7-12 9.29-24 , waarna Sijbrands wist te profiteren van de achtergebleven schijf op 46. De open speelwijze van Yatsenko is lastiger om grip op te krijgen. ]
8...26x37 9.42x31 19-23
[ In vroeger jaren was 9...8-12 , in 1970 door Andreiko geintroduceerd tegen Misjtsjanski, een populair antwoord, om na 10.41-37 17-21! 11.31-26 21-27 12.32x21 18-23 te kunnen vervolgen. Wit kan die plannen doorkruisen met 10. 29-24 of 10. 35-30. ]
10.28x19 14x23 11.41-37 17-21
[ Van den Akker had zijn hoop gevestigd op een scherpere witte aanvalspoging met 11. 35-30. Blijkbaar verwacht hij. dat wit ook na 11...7-12 het scherpe 35-30 achterwege zal laten en met 12.46-41 de spanning zoveel mogelijk zal mijden. In G. Jansen-H. Wiersma. NK 2001, volgde bijvoorbeeld 15-20 13.32-28 23x32 14.37x28 20-24 15.29x20 25x14 waarna Wiersma er niet in slaagde om houvast te krijgen. ]
12.31-26 21-27 13.32x21 23-28 14.33x22 18x16 Het algemene gevoelen onder topspelers is. dat de zwakte van de witte randschijf op 26 voldoende wordt gecompenseerd door zijn terreinvoordeel. Van den Akker wil toch een poging wagen zijn tegenstander uit balans te brengen. 15.39-33 7-12 16.44-39 10-14 17.46-41 1-7 18.38-32 5-10 19.43-38 12-17 20.37-31 15-20 21.41-37 10-15 22.32-28 Nu krijgt zwart enig houvast. Dat zou lastiger zijn na 22. 49-43. 20-24! 23.29x20 15x24 24.34-29 Wit moest reageren op de dreiging 25-30.24-29 en 17-21. 14-20 25.37-32 9-14 26.40-34 13-19 Zwart maakt er een onvoltooide hekstelling van, die hij later voltooit door 4 naar 15 te brengen. 27.32-27 7-12 28.27-22 Wit wordt min of meer naar voren gedwongen, waardoor in ieder geval complicaties ontstaan. 4-10 29.48-42 10-15 30.42-37 8-13 31.49-43 2-8
[ Zwart zal zeker 31...12-18 hebben overwogen, waarop 32.37-32? Ook na (32.45-40? 18x27 33.31x22 13-18 staat zwart zeer goed, omdat wit niet meer uit de hekstelling ontsnapt. Minder duidelijk is echter 32.31-27 om vervolgens terug te ruilen met 27-21.) 32...18x27 33.32x12 immers niet mag wegens 13-18 34.12x23 16-21+/- ]
32.38-32 24-30 33.35x24 19x30 Nu wit alles naar links speelt geeft zwart de ene hekstelling op voor de andere. 34.43-38 14-19 35.29-23 30-35 36.23x14 20x9 37.45-40 35x44 38.39x50 13-19 39.33-29 9-14 40.50-44 8-13 41.44-40

12-18! Wit kan zich moeizaam staande houden met 42. 32-27, maar raakte het spoor bijster met 42.28-23?
[ Met wit in hevige tijdnood doet zo’n zet het goed. Wit kan niet laten slaan met 42.40-35? 18x27 43.32x12 wegens 16-21 44.26x17 11x24 , waarna zwart ook een tweede schijf wint en een goed eindspel heeft. ]
[ Helemaal uit den boze is 42.31-27? , waarna zwart door 17-21 43.26x17 19-24 44.29x9 13x4 twee schijven wint. 45.22x13 11x22 ]
[ Positioneel heel slecht is 42.29-23? 18x29! 43.34x23 14-20! 44.23x14 20x9 en de hekstelling 6. 11, 16, 17 houdt liefst zeven witten in bedwang. ]
42...17x28! 43.23x12 28-33! 44.32-27 33x24 en in deze verloren stelling overschreed wit de bedenktijd. AUKE SCHOLMA
0-2