(1) Sijbrands,Ton - Geurtsen,Rob
NLD-chT, 02-03-2001

1.33-29 19-23 2.35-30 20-25 3.40-35 14-20 4.38-33

4...10-14 5.42-38 14-19 6.45-40
[ Het was vooral om redenen van psychologische aard dat ik de manoeuvre 30-24x24 nog even uitstelde: bij mijn voorbereiding was mij gebleken dat Geurtsen op een ruime ervaring met de stand na 6.30-24 19x30 7.35x24 17-22 8.44-40 9-14 9.50-44 5-10 (9...3-9!) ]
6...4-10! De scherpste bestrijdingswijze. 7.47-42 10-14 8.30-24 19x30 9.35x24 14-19! 10.40-35 19x30 11.35x24 9-14!? 12.44-40
[ Ambitieuzer dan 12.32-28 23x32 13.37x28 ]
12...17-22!
[ 12.44-40 heeft onder meer tot doel 12...14-19 met 13.32-27 19x30 14.27-22!? te beantwoorden. Maar Geurtsen speelt andermaal de in mijn ogen beste zet: ]
13.49-44 5-10!
[ Zonder vrees voor 13...14-19 14.50-45 19x30 15.32-28 23x32 16.37x17 12x21 17.29-23 Men kan zich evenwel afvragen of het niet de hoogste tijd was voor 13.32-28: het aan de tekstzet verbonden plan heeft zeer ingrijpende consequenties! ]
14.33-28 22x33 15.39x19 14x23 16.44-39 Het feit dat de bekende paden inmiddels verlaten zijn, laat onverlet dat ik deze positie al eens aan een - zij het oppervlakkige - beschouwing had onderworpen. Dat was in mijn analyse van de 4e matchpartij Samb-Sijbrands (Muiden 1999). [ In dat duel vervolgde Samb na de openingszetten 1.33-29 19-23 2.35-30 20-25 3.40-35 14-20 4.44-40 10-14 5.38-33 14-19 6.42-38 9-14 met het (te) trage 7.50-44? Had de witspeler daarentegen (7.30-24 19x30 8.35x24 gedaan, dan zou ik, zo schreef ik in DAMMEN 141, met 14-19 9.40-35 19x30 10.35x24 4-10! hebben gereageerd. Over de stand na 11.47-42 10-14 12.45-40 17-22 13.49-44 5-10 14.33-28 enz. merkte ik op dat die 'niet noodzakelijkerwijs slecht voor zwart' hoeft te zijn. Ik voegde er evenwel aan toe dat de situatie 'haarscherp' is en dat 'onaangename verrassingen' niet moesten worden uitgesloten...) 7...4-9 8.47-42? 5-10 ] 11-17?
[ Een belangrijk moment. Het is waar dat wit op 16...12-17 goed 17.32-28? 23x32 18.37x28 had kunnen doen: zelfs met 7-12 kan zwart de hergroepering 19.29-23! 18x29 20.24x33 niet uit de stand halen. ]
[ Maar eerst 16...10-14 , om pas op 17.40-35 Geurtsen liet 16...10-14 na vanwege de mogelijkheid (17.50-44 14-19 18.32-27 19x30 19.27-22 , en misschien is dat inderdaad het verstandigst, al was het niet wat ik gepland had.) 17...12-17! te vervolgen en aldus 18.39-33? te blijven verhinderen, verdiende mijns inziens de voorkeur. ]
17.39-33! 10-14 18.40-35! 7-11 19.35-30! Door zijn Roozenburg-opstelling in een partie-Bonnard te transformeren, trekt wit - de eerste analyses wijzen althans in die richting - de beste kansen naar zich toe. Daarbij is een niet te onderschatten rol weggelegd voor de combinaties en afwikkelingen die door de open velden 35, 40 en 45 mogelijk worden gemaakt... 1-7
[ En niet 19...18-22? , dat hardhandig verliest door 20.29x7! 20x40 21.30-24! 1x12 22.24-20 15x24 23.33-28+/- ]
20.33-28! 14-19 21.43-39!
[ Omdat ik na 21.31-27! 3-9 geen betere zet zag dan 22.43-39 en het (nog) niet kon opbrengen mij in de gevolgen van 18-22 enz. ]
21...3-9! Geurtsen profiteert niet.
[ te verdiepen, koos ik maar voor 21.43-39. Ten onrechte, want na de tekstzet kan zwart middels 21...17-22! 22.28x17 12x21! de kansen geheel doen keren. ]
22.31-27! Wit herstelt zijn fout. 17-22
[ Inderdaad heeft hij van 22...18-22? 23.27x18 13x44 24.24x4 44-49 25.29x18 12x23 niets te vrezen: na 26.48-43! is het juist zwart die in moeilijkheden verkeert. ]
23.28x17 11x31 24.36x27 12-17?

Zwart wil met behulp van het terugruiltje 18-22x12 het centrumveld 23 ontruimen. Maar een verrassende, want hoogst ongewone damcombinatie zal dit plan verijdelen: 25.32-28!! 23x43
[ Nog slechter is 25...23x21! 26.29-23! , waarna 18x40 en (26...20x40 27.23x1 25x32 28.1x45 21-26 29.37x28 en 13-18 in schijf- en partijverlies voor zwart resulteert.) 27.50-45! (het hoofdthema van de combinatie) 25x32 28.37x28 20x29 (28...19x30) 29.45x1 wit op dam brengt ]
26.29-23!! De lastigste zet van de combinatie.
[ Voor de hand lag 26.42-38? 43x21 27.29-23 , maar in dat geval wint zwart (zoals ook mijn tegenstander berekend had) door niet met 18 maar met schijf 20 te slaan: 20x40!! 28.23x1 25x43 29.1x45 43-49 en nu òf gewoon (29...21-26! 30.48x39 13-18 31.45x21 16x27+/-) ]
26...18x40 Dus:
[ Met de tekstzet omzeilt wit dit probleem: 26...20x40 zou nu verliezen door 27.23x1 25x34 28.39x30! 43-49 29.1x45 49x21 30.41-36! met de dodelijke dreiging 31.48-43 en 32.42-38 +. ]
27.42-38! Nu pas. 43x21 28.50-45 25x43 29.48x39 19x30 30.45x1 Het zou best kunnen dat de dam-voor-twee-stukken bij het allersterkste tegenspel van zwart niet meer dan remise oplevert. Toch maakt het partijslot, dat slechts luttele minuten in beslag nam, een redelijk plausibele indruk: 21-26 Om de dam het spelen te beletten. Dat kon ook (en vermoedelijk beter) met 30...21-27, waarop ik overigens 31.41-36 had gedaan. 31.37-31! 26x37 32.41x32 17-22 33.46-41! 13-19
[ Een nieuwe tussenzet, bedoeld om de tegenstoot 33...22-27 34.32x21 16x27 35.41-37+/- ]
34.1-40 22-27 35.32x21 16x27 Ook nu zou 36.41-37 annex 37.40-18 voldoende zijn. Ik gaf echter de voorkeur aan een naar mijn smaak nog 'strakker' winstplan: 36.40-35! 19-23 37.35-49! 27-31 38.39-33 31-36 39.41-37 Op dit moment, waarop mij zelf nog drie minuten voor elf zetten resteerden, overschreed Geurtsen de bedenktijd. Maar voor de uitslag maakte het geen verschil meer: op het gedwongen 15-20 wint zowel 40.49-40
[ als 40.49-32 ]
[ terwijl wit desgewenst zelfs voor 40.37-31 36x27 41.49x21 20-25 42.21-12 (42.21-32+/- kan kiezen.) ]
2-0

(2) Sijbrands,Ton - Geurtsen,Rob
NLD-chT, 02-03-2001

1.33-29 19-23 2.35-30 20-25 3.40-35 14-20 4.38-33 10-14 5.42-38 14-19 6.45-40 4-10! 7.47-42 10-14 8.30-24 19x30 9.35x24 14-19! 10.40-35 19x30 11.35x24 9-14!? 12.44-40 17-22! 13.49-44 5-10! 14.33-28 22x33 15.39x19 14x23 16.44-39 11-17? 17.39-33! 10-14 18.40-35! 7-11 19.35-30! 1-7 20.33-28! 14-19

21.43-39? Waarom ik hier nog niet tot 21.31-27! kon besluiten, heb ik vorige week al uitgelegd. 3-9? Maar Geurtsen verzuimt te profiteren van de misstap van zijn tegenstander.
[ Zoals gezegd had zwart 21...17-22! 22.28x17 12x21! moeten doen, om na 23.31-27 een keuze uit de volgende speelwijzen te maken: 1)
A) 23...11-17 24.39-33 7-12 25.33-28 21-26 26.48-43 2-7! 27.43-39 en nu een nieuwe splitsing: 1.1)
A1) 27...17-21? 28.38-33 1.1.1) nog sterker is (28.39-33! 3-9 29.28-22! ; maar het is mij - althans in deze nevenvariant - voornamelijk om de meest onderhoudende mogelijkheden te doen) en nu:) 1.1.1) 28...3-9? 1.1.2) (28...7-11 29.42-38! 12-17 30.37-31!! 26x37 31.27-22! 18x27 32.29x9 20x40 33.9-4 25x43 34.4x2+/-; de enige correcte reactie bestaat uit 28...12-17! 29.42-38 17-22! 30.28x17 21x12) 29.42-38!

De stand is nu werkelijk vergeven van de combinaties: A) 12-17 (29...7-11 30.27-22! 18x27 31.29x7 20x40 32.50-45! 25x43 33.38x49! 27x29 34.45x12 11x2 35.12-8+/-) 30.37-31!! 26x37 31.27-22! 18x27 32.29x18 20x40 33.28-22! 25x43 34.22x2 37x39 35.38x49 13x22 36.2x26+/-
A2) maar evenmin 27...3-9?? wegens 28.27-22! 18x27 29.32x21!! 23x43 30.39x48 16x27 31.37-31 26x37 en 32.42x2
A3) en zelfs 27...7-11?! 28.39-33! 17-22 enz. zou gunstig voor wit zijn
A4) 27...17-22 28.28x17 12x21 29.39-33 3-9 30.33-28 en nu: 1.2.1) 9-14 1.2.2) (30...7-11! 31.27-22 (wit heeft niet beter) 18x27 32.29x18 20x40 33.30-24 13x33 34.24x4 33-39 35.4x31 39-44 36.50x39 40-45 en er ontstaat een middenspel-met-dammen dat zich moeilijk laat beoordelen.) 31.36-31 7-11 32.41-36 8-12 33.50-45 12-17 34.27-22 18x27 35.29x9 20x40 36.45x34 14x3 37.31x22 met (licht) voordeel voor wit, zelfs na 26-31 38.36x27 19-23 39.28x19 17x28 40.32x23 21x43 41.30-24!!
B) 2) 23...3-9
B1) 24.39-33 (maar op deze zet kom ik straks nog terug) 18-22! 25.27x18 23x12 26.33-28 21-27! (om de formatie 37/32/28, die zwart het spelen op veld 18 belet, te verbreken) 27.32x21 16x27

Wit moet nu kiezen: 2.1)
B1a) 28.37-31? Dit was de zet die ik aanvankelijk gepland had toen ik tot 21.43-39 besloot. Zwart mag namelijk niet 'opvangen' met 12-18? Maar 28.37-31 blijkt in tweede instantie verre van bevredigend. Want na het schijnoffer 28...11-16/ (28...12-17! 29.31x22 11-16! 30.22x11 6x17 31.48-43 , altijd gevolgd door 17-22! 32.28x17 19-23 33.29x18 13x11 34.24-19 9-13 35.19-14 20x9 , is het zwart die op belangrijk voordeel kan bogen!) 29.31x22 18x27 wegens 30.28-22! 27x18 31.29-23!! 18x40 32.50-45 25x34 33.48-43 20x29 (33...19x30) 34.43-39 34x32 35.45x1+/- een (beduidend) overzichtelijker versie van de damzet die er in het werkelijke verloop uit zal rollen.
B1b) 28.28-22!! 27x18 29.29-23! 'Dan moet het maar zo', overpeinsde ik terwijl mijn tegenstander over diens antwoord op 21.43-39 zat na te denken. Maar ik erken dat het eerder een noodschot dan een serieuze winstpoging betreft. Zo heb ik al de nodige twijfels over de speelbaarheid van de dam-voor-twee-stukken die na 18x40 Bovendien zou het schijnbaar onlogische (29...20x40! 30.23x3 25x34 zelfs ronduit voordelig zijn voor zwart, die de vijandelijke dam immers in menige variant onschadelijk dreigt te maken. Dat is althans het oordeel van het computerprogramma TRUUS. En hoewel, zeker in situaties waarin een van beide kleuren een dam bezit, een kritische benadering van het West-Friese orakel geboden blijft - ik kan en wil er ook niet helemaal omheen.) 30.48-43 25x34 31.50-45 20x29 32.43-39 34x32 33.45x3 op het bord zou komen.
B2) 24.36-31
B2a) Toch is hiermee nog niet alles gezegd. In plaats van 24.39-33 kan wit misschien ook 24.36-31 spelen 24...18-22? is dan uitgeschakeld door 25.29x18! 20x40 26.18-12! 25x43 27.12x23 met op z'n minst materiaalwinst voor wit.
B2b)En op 24...21-26? is dezelfde damzet mogelijk als in de partij, te weten 25.32-28!? 23x43 26.29-23! 18x40 27.42-38! 43x21 28.50-45 25x43 29.48x39 20x29 (29...19x30 30.45x1) 30.45x1 Maar wat 24.36-31 precies waard is, zal een nadere analyse moeten uitwijzen.(Slot volgt) ]
22.31-27! 17-22 23.28x17 11x31 24.36x27 12-17? 25.32-28!! 23x43 26.29-23!! 18x40 27.42-38! 43x21 28.50-45 25x43 29.48x39 19x30 30.45x1 21-26 31.37-31! 26x37 32.41x32 17-22 33.46-41! 13-19 34.1-40 22-27 35.32x21 16x27 36.40-35! 19-23 37.35-49! 27-31 38.39-33 31-36 39.41-37 15-20 40.49-40
2-0